Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Gij, mijn God, [37]hebt voor het oor Uws knechts geopenbaard, dat Gij hem een huis bouwen zoudt; daarom heeft Uw knecht [38][in zijn hart] gevonden, om voor Uw aangezicht [39]te bidden. 37. Te weten, door den profeet Nathan, hem te kennen gevende wat Gij in uw raad over hem besloten hebt. 38. Dit is hier ingevoegd uit 2 Sam.7:27. 39. Wat David te dezer tijd gebeden heeft, wordt breder beschreven 2 Sam.7:.